Ga direct naar de inhoudGa naar het hoofdmenu.Ga naar het zoekveld.

DNB logoDNB logo

Open Boek Toezicht

Q&A - Risicoanalyse Dienstverlening

Relevant voor:
tk
Geldigheid:
geldig 
Datum:
27 oktober 2014
Status:
Q&A
Referentie:
01656
Auteur:
DNB

Vraag:

Hoe geeft een trustkantoor uitvoering aan de verplichting tot het onderzoeken van de integriteitrisico’s die aan de dienstverlening zijn verbonden (artikel 23 Rib Wtt 2014)?

Antwoord:

De Rib Wtt verplicht trustkantoren niet alleen om een analyse van de risico’s voor de integere bedrijfsvoering (artikel 4) uit te voeren, maar ook om een risicoanalyse per zakelijke relatie of verleende dienst uit te voeren. Deze Q&A biedt handvatten voor het uitvoeren van een dergelijke risicoanalyse.

De risicoanalyse

Waarom?
Een goede risicoanalyse helpt het trustkantoor om in te schatten welke integriteitrisico’s er voor het trustkantoor verbonden zijn aan het verlenen van een specifieke dienst aan een bepaalde cliënt of het aangaan van een zakelijke relatie met een bepaalde cliënt.

Wat?
De vereiste risicoanalyse is een onderzoek naar het doel van de dienstverlening door het trustkantoor en de eventuele met dat doel gepaard gaande integriteitrisico’s op het niveau van de cliënt/ doelvennootschap en UBO.

Deze onderzoeksplicht benadrukt het belang van informatievergaring over de dienstverlening door het trustkantoor en over de integriteitrisico's die hieraan verbonden zijn jegens een bepaalde cliënt/doelvennootschap en UBO. Het slechts vermelden van ‘het behalen van fiscaal voordeel’ of ‘het gebruik maken van de internationale verdragen’ als doel van de financiële dienstverlening is niet voldoende. Een goede risicoanalyse brengt bijvoorbeeld in kaart wat wordt bereikt met het opzetten van een fiscale structuur voor een bepaalde cliënt. De analyse geeft hierbij antwoord op de vraag of het beoogde doel van een dienst niet alleen in lijn is met de letter, maar ook met de geest van de wet.

Hoe?
Zoals uit het hierboven beschrevene blijkt, gaat het hier om een risicoanalyse op microniveau: het trustkantoor brengt de risico’s van het verlenen van een specifieke dienst aan een cliënt óf van het aangaan van een zakelijke relatie in kaart, voordat zij deze dienst verleent of de zakelijke relatie aangaat. Op basis van de risicoanalyse bepaalt het trustkantoor eerst of de risico’s niet te hoog zijn. Daarna bepaalt het trustkantoor op welke wijze de geïdentificeerde risico’s zullen worden gemitigeerd. Hiermee volgt het trustkantoor dus de zelfde werkwijze als bij het uitvoeren van de risicoanalyse

De resultaten van het wettelijk vereiste onderzoek naar de cliënt, het onderzoek naar het doel van een structuur waaraan diensten worden verleend en het onderzoek naar de herkomst en van vermogen van de doelvennootschap vormen belangrijke informatiebron voor de risicoanalyse: de risicoanalyse is de plek waarop het trustkantoor de resultaten van beide onderzoeken samen brengt en bepaalt hoe het geïdentificeerde risico’s zal mitigeren.

In het cliëntacceptatiedossier dient voor iedere doelvennootschap te zijn beschreven wat het doel is van de structuur. Hierbij wordt in ieder geval aandacht besteed aan de functie van de doelvennootschap binnen de structuur en de beweegredenen om van een in Nederland gevestigde rechtspersoon gebruik te maken. Het cliëntacceptatiedossier bevat dus meer informatie dan een beschrijving van de (beoogde) activiteiten van de doelvennootschap.

Het trustkantoor dient een grondige analyse te maken van de gevraagde structuur: waarom is de structuur als zodanig via Nederland opgezet en wat is onze toegevoegde waarde van de dienstverlening hierbij? Het onderzoek geeft een beeld van eventuele integriteitrisico’s die met de dienstverlening gepaard zullen gaan. Vervolgens bepaalt het trustkantoor of de dienstverlening een aannemelijke kans oplevert op misbruik van de dienstverlening waardoor het vertrouwen in het trustkantoor of in de financiële markten ernstig kan worden geschaad

Als de onderzoeken onvoldoende informatie opleveren, dan legt het trustkantoor dit vast en weegt dit mee in de risicoanalyse. Deze afweging legt het trustkantoor expliciet vast. Afhankelijk van de situatie kan dit leiden tot een melding van een (voorgenomen) ongebruikelijke transactie, het niet accepteren van een cliënt, het niet (langer) verlenen van bepaalde diensten of uiteindelijk de beëindiging van de zakelijke relatie.

Reageer op deze pagina
Sector
  • Afwikkelondernemingen
  • Banken
  • Beleggingsinstellingen
  • Beleggingsondernemingen
  • Betaalinstellingen
  • Clearinginstellingen
  • Elektronischgeldinstellingen
  • Pensioenfondsen
  • Premiepensioeninstellingen
  • Trustkantoren
  • Verzekeraars
  • Wisselinstellingen
Wetten en EU Richtlijnen
  • CRD IV en CRR
  • Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018)
  • Wbft 2019
  • Sanctiewet 1977
  • Wfbb
  • Wvb
  • Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000
  • Wwft
  • Zvw
  • Solvency II
  • EMIR - 648/2012/EU
  • PSD - 2007/64/EG
  • AMLD - 2005/60/EG
Grondslag
  • Art. 23 RibWtt 2014
Navigatie EN Home
  • DNB.nl
  • Sector
  • Wetten en EU Richtlijnen
  • Home
  • Contact
  • Sitemap
  • English
Uitgebreid zoeken
© De Nederlandsche Bank
Disclaimer Cookies Privacy Verklaring Open Boek Toezicht