Bij de beschrijving van de beheerste bedrijfsvoering ten aanzien van beleggingen komen ten minste de volgende onderdelen aan de orde.
- De investment beliefs van het APF bestuur, dan wel als deze er nog niet is, het proces om deze vast te stellen.
- Het proces om het strategisch beleggingsbeleid per kring vorm te geven, waaronder het proces van vaststelling van de risicohouding in afstemming met de betrokken kring-organen en intern toezicht.
- De opzet van de uitvoering van de vermogensbeheeractiviteiten, waaronder de organisatiestructuur binnen het APF en de kringen met betrekking tot het bepalen en uitvoeren van het beleggingsbeleid. Dit betreft ook:
- De inrichting van de risicobeheerfunctie, risicobeheer procedures en de wijze van risicometing- en beheersing.
- Hoe de aansluiting is tussen de organisatiestructuur binnen het APF en eventuele externe ondersteuning.
- De cyclus voor het beleggingsbeleid op grond waarvan het strategisch beleggingsbeleid, beleggingsplan en de uitvoering periodiek worden geëvalueerd en herbeoordeeld.